Meeting
Een meeting is een bijeenkomst, vergadering, bespreking
Een meeting is een bijeenkomst, vergadering, bespreking
Elke week houden wij een meeting.
Op het takenbord staat vermeld wanneer de volgende meeting plaatsvindt en hoe de taken verdeeld zijn.
Tijdens de meeting gaan we in een kring zitten zodat we elkaar goed kunnen zien en verstaan.
De volgende onderwerpen komen steeds aan bod.
1. actua België
2. actua wereld
3. een weetje
4. een filosofische vraag
5. problemen?
Een verslaggever maakt een verslag van de meeting in het voorziene verslagboek.
Een gespreksleider leidt de meeting in goede banen.
1. Actua België
Wie deze taak krijgt, zal dit vooraf schriftelijk moeten voorbereiden op het voorziene werkblad. 1. Ga op zoek (krant, online, tv, radio ..) naar een actueel onderwerp dat je aanspreekt en dat de leerlingen ook zal boeien. (Neem geen onderwerp dat al eerder werd besproken!) 2. Lees of beluister de inhoud aandachtig. Begrijp je waarover het gaat? Is het onderwerp niet te moeilijk? 3. Neem een kladblad en maak je taak eerst in het klad. 4. Je noteert eerst het onderwerp. 5. Maak nu een samenvatting van de inhoud. Je geeft in je eigen woorden kort een antwoord op de 5 W's en de H. 6. Je formuleert een slot, besluit. 7. Je leest alles even na voor je het ordelijk op je werkblad noteert. 8. Oefen thuis al eens wat je op de meeting gaat zeggen, het is niet de bedoeling dat je alles letterlijk afleest. 9.Tijdens de meeting vertel je in een verzorgde taal wat je voorbereid hebt. 10. Je vertelt tijdens de meeting ook even je mening over het onderwerp. |
2. Actua wereld Wie deze taak krijgt, zal dit vooraf schriftelijk moeten voorbereiden op het voorziene werkblad. 1. Ga op zoek (krant, online, tv, radio ..) naar een actueel onderwerp dat je aanspreekt en dat de leerlingen ook zal boeien. (Neem geen onderwerp dat al eerder werd besproken!) 2. Lees of beluister de inhoud aandachtig. Begrijp je waarover het gaat? Is het onderwerp niet te moeilijk? 3. Neem een kladblad en maak je taak eerst in het klad. 4. Je noteert eerst het onderwerp. 5. Maak nu een samenvatting van de inhoud. Je geeft in je eigen woorden kort een antwoord op de 5 W's en de H. Waar? Situeer de stad, het land waarover je iets vertelt ook op de wereldkaart! Zorg ervoor dat je het tijdens de meeting ook kan aanduiden op de wereldkaart! 6. Je formuleert een slot, besluit. 7. Je leest alles even na voor je het ordelijk op je werkblad noteert. 8. Oefen thuis al eens wat je op de meeting gaat zeggen, het is niet de bedoeling dat je alles letterlijk afleest. 9. Tijdens de meeting vertel je in een verzorgde taal wat je voorbereid hebt. 10. Je vertelt tijdens de meeting ook even je mening over het onderwerp. |
3. Weetje?
Wie deze taak heeft, zal dit vooraf moeten voorbereiden op het voorziene werkblad. 1. Ga op zoek naar een weetje dat je zelf nog niet wist. Zoek een weetje waarvan je denkt dat niemand het al kent en dat de leerlingen graag willen weten. Wat lijkt jouw een geweldig weetje om aan de klas te vertellen? 2. Je noteert eerst het onderwerp. 3. Noteer het weetje in je eigen woorden in duidelijke zinnen. 4. Oefen thuis al eens wat je op de meeting gaat zeggen, het is niet de bedoeling dat je alles letterlijk afleest. 5. Tijdens de meeting vertel je in een verzorgde taal wat je voorbereid hebt. |
4. Een filosofische vraag
Elke meeting gaan we één filosofische vraag bespreken, meestal a.d.h.v. het kaartenspel "Billen bloot". De vragen gaan over alle mogelijk onderwerpen. 1. Luister aandachtig naar de vraag die juf stelt. 2. Denk even voor jezelf in stilte na over de vraag. Wat zou jij antwoorden? En vooral waarom? 3. Vraag het woord, je wacht tot je het woord krijgt. Formuleer nu duidelijk en rustig je antwoord. 4. Je laat anderen uitspreken. Je mag natuurlijk een andere mening hebben en je mag die ook zeggen als je aan de beurt bent. 5. Je hebt respect voor de mening van anderen. Je gaat anderen niet uitlachen of uitmaken. Je beoordeelt niemand op basis van zijn mening. 6. Heel belangrijk !!! Alle antwoorden/meningen zijn correct! We denken samen na over de filosofische vraag! |
5. Probleem?
Heb je een probleem? Is er een conflict? Wordt iemand gepest? Voelt iemand zich niet goed in de klasgroep? ... Kortom, wil je graag iets bespreken? Dat kan! 1. Noteer duidelijk op een blaadje wat je graag wil bespreken. Je hoeft je naam niet te vermelden. 2. Stop het blad opgevouwen in de 'mooie doos' die daarvoor voorzien is. 3. Tijdens de meeting zal de gespreksleider de doos openen en jouw gespreksonderwerp voorlezen. 4. Heb respect voor elkaar. Misschien vind jij dit onderwerp maar niets, ga je hier niet mee akkoord of vind je dit helemaal geen probleem... Je moet steeds openstaan en begrip hebben voor elkaars gevoelens en mening! 5. Je laat anderen uitspreken. Je mag natuurlijk een andere mening hebben en je mag die ook zeggen als je aan de beurt bent. 6. We proberen samen tot een goede oplossing te komen waarbij de meesten zich goed voelen. 7. We maken duidelijke afspraken om de problemen te voorkomen in de toekomst. Het is uiteraard de bedoeling dat iedereen zich goed voelt in de klas!!! |
De verslaggever
De taak van de verslaggever begint pas tijdens de meeting. Je maakt een verslag van: actua België, actua wereld en het eventuele 'probleem' en de gemaakte afspraken die besproken werden. Tegen de volgende meeting moet je verslag af zijn. 1. Je neemt je kladschrift. 2. Je luistert aandachtig naar wat er gezegd wordt. 3. Je noteert kort de hoofdgedachte van elk nieuwsonderwerp. 4. Na elk onderwerp wordt kort overlopen wat er juist gezegd werd. Nu kan je best je nota's verder aanvullen. 5. Na de meeting schrijf je in je kladschrift eerst je verslag in het klad. Je leest alles even na voor je het ordelijk in het verslagboek noteert. |
De gespreksleider
De taak van de gespreksleider begint pas tijdens de meeting. Dit is geen gemakkelijke taak! 1. Je opent de meeting en vertelt wie als eerste het woord krijgt. Je kondigt ook de andere onderwerpen aan. 2. Je ziet erop toe dat het kringgesprek vlot verloopt. Wie aan het woord is, wordt niet onderbroken! Wie iets wilt zeggen, moet eerst aan jou het woord vragen en krijgen. Je laat niet toe dat er door elkaar geroepen wordt. Je grijpt in als leerlingen geen respect hebben voor elkaars mening. Je zorgt ervoor dat iedereen de kans krijgt om iets te zeggen. 3. Na elk onderwerp laat je kort de inhoud even samenvatten. 4. Bewaak de tijd!Jij bepaalt wanneer je overgaat naar een ander onderwerp. 5. Je leidt het gesprek, je speelt niet de baas over het gesprek ! |